CPB: rol overheid bij ontwikkeling regionale economische clusters is beperkt

Ik ben in de Tilburgse collegebankjes opgevoed met de gedachte dat gespecialiseerde economische-clusters belangrijk zijn voor de regionale economie. Zoals de mainports en greenports. En recent Brainport Eindhoven, Foodvalley Wageningen en Chemical Cluster Delfzijl.

Het Centraal Planbureau onderzocht het effect van regionale clusters. Iedere regio in Nederland heeft zijn eigen sterkten. Maar, regio’s ondervinden een beperkt hogere werkgelegenheidsgroei als nieuwe bedrijfsvestigingen beter passen bij de bestaande sectoren werkgelegenheidsgroei. Dat is contra-intuïtief. Hoe zit het nu precies?

Faciliteren: ‘go with the flow’

Bij een regiospecifiek ‘go with the flow’-beleid neemt de regionale overheid de bestaande economische condities als uitgangspunt en kiest een faciliterende rol. Deze ideeën over regionaal beleid staan tegenover een actiever industriebeleid waarin regionale overheden juist proberen om bepaalde bedrijven of sectoren naar de regio te trekken met gerichte voorzieningen of voordelen.

Regionale overheden kunnen ontwikkelingen in hun regio bijvoorbeeld faciliteren met informatievoorziening, kennis- en ICT-infrastructuur, maar ook met lokale toegang tot het onderwijs en de arbeidsmarkt. Daarnaast kunnen zij belemmeringen wegnemen en rekening houden met ontwikkelingen over de langere termijn, zoals regionale demografie en de ontwikkeling van de woningmarkt. Faciliterend beleid kent in de regel minder uitvoeringskosten en een lagere kans op overheidsfalen vergeleken met directer ingrijpen in de regionale economie door subsidies of gerichte investeringen.

Concurrentiekracht regio’s

Wie het CPB-rapport goed leest ziet dat regionale specialisatie nog steeds belangrijk is. De comparatieve voordelen van regio’s geven een indicatie van de huidige kracht van een regio, maar ook deze kunnen verschuiven over de tijd. Regio’s kunnen uiteraard de wens hebben om invloed uit te oefenen op de economische ontwikkeling van de eigen regio. Bedrijven ervaren directe en indirecte prikkels om een vestigingslocatie te kiezen die de kans op overleven en groei verhoogt. Voordelen van een geslaagde locatiekeuze vallen voor een groot deel toe aan het bedrijf zelf.

De gerelateerdheid van een nieuwe bedrijfsvestiging aan andere activiteiten in de vestigingsregio kan een positieve invloed hebben op bedrijfsprestaties. Kennis van de thuisregio en van zogenoemde agglomeratievoordelen zijn indirecte factoren die de vestigingsbeslissing van bedrijven kunnen beïnvloeden.

Bedrijven leren van elkaar

CPB ziet een positief verband tussen de hoeveelheid gerelateerde bedrijven die zich in een regio vestigen en de werkgelegenheidsgroei na drie jaar. Dit suggereert dat gunstige spillovereffecten van nieuwe bedrijven lokaal kunnen overslaan naar bedrijven in andere, gerelateerde sectoren. Mogelijk zorgt dit voor het ontstaan van nieuwe combinaties tussen producten of diensten, en daarmee voor nieuwe banen en een hogere werkgelegenheidsgroei.

In Tilburg heb ik verstandige dingen geleerd. Bedrijven in een regio leren wel degelijk van elkaar. Maar, de rol van de regionale overheid hierbij is beperkt; de economische impact is niet groot. De economie is minder maakbaar dan de politiek ons doet geloven met grootse vergezichten op hun regionale (circualaire en duurzame) economie. Mijn advies: ga vooral eerst eens goed luisteren naar de bedrijven die er al zitten.

Walther Ploos van Amstel.

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW