Minder infrastructuur omdat we meer thuis werken? Dat is nog maar de vraag

De media staan vandaag vol met de boodschap: is de verbreding van de weg nog wel nodig? Meer thuiswerken leidt tot minder files. Dan is minder asfalt nodig, toch? Is die conclusie inderdaad zo simpel? Of, is sprake van wensdenken?

In een studie heeft het Planbureau voor de Leefomgeving in kaart gebracht hoe, en in hoeverre, het thuiswerken gaat veranderen en welke gevolgen dat mogelijk heeft voor onder meer het personenmobiliteitssysteem (op vooral de weg).

Het Planburau-rapport is genuanceerder dan de koppen in de media door vermoeden. Er spelen veel meer mobiliteitstrends dan enkel ‘thuiswerken’ die de toekomstige behoefte aan infrastructuur bepalen.

Bijna 60 procent werkt nooit van huis uit

De coronapandemie heeft ertoe geleid dat Nederland de afgelopen anderhalf jaar meer ervaring heeft opgedaan met thuiswerken. Wordt dat een blijvertje? Het aantal verplaatsingen in de spits daalt wanneer mensen niet elke dag naar hun werk reizen en een deel van hun werk vanuit huis kunnen doen. De afgelopen jaren, voor de coronapandemie, is het aandeel van de werkenden dat geheel of gedeeltelijk thuis werkt, toegenomen van 37 procent in 2013 naar 41 procent in 2019; 59 procent werkte nooit thuis. Bij veel beroepen in de horeca, bouw, logistiek, productie en zorg is thuiswerken geen optie.

Meer thuiswerken heeft waarschijnlijk een groter effect op de congestie op wegen en het spoor dan op de totale mobiliteit. Het is goed om die effecten te monitoren; zijn de veranderende patronen blijvend? En, dan vooral in de avond- en ochtendspits, wanneer veel reizigers vast zitten in hun auto.

We gaan ons niet minder verplaatsen

Nederlandsers blijven overigens meer verplaatsingen maken voor overige motieven, zoals winkelen, visite en toeren (meer dan de helft van onze verplaatsingen), maar deze zijn vooral buiten de spits. Minder frequent naar het werk reizen betekent dat het aantal forenskilometers afneemt, maar niet per se ook dat die forensen minder verplaatsingen of minder kilometers in het algemeen afleggen. Minder woon-werkverplaatsingen gaan samen met substitutiegedrag: mensen reizen verder naar het werk of maken vervangende verplaatsingen voor andere motieven.

Het substitutiegedrag houdt verband met de zogenoemde Breverwet, de wet van behoud van reistijd en verplaatsingen. Minder woon-werkverplaatsingen leiden tot minder tijdkrapte en minder fysieke en mentale vermoeidheid door reizen, en mensen hebben de neiging die ‘reisruimte’ weer op te vullen. Onduidelijk is hoe we ons over lange afstanden gaan verplaatsen? Met de auto of het openbaar vervoer? Het rapport geeft geen (regionale) onderbouwing.

Vrachtverkeer op de snelwegen

De infrastructuur is ook nodig voor het vrachtverkeer in Nederland. Meer dan 10 procent van alle voertuigen op de snelwegen is vrachtverkeer met een grote impact op onder meer congestie. Een vrachtwagen neemt meer wegruimte in dan een personenauto. Het Planbureau-rapport rept met geen woord over vrachtverkeer (en, dat was ook niet de bedoeling). Thuiswerken gaat het vrachtverkeer in elk geval niet veranderen.

Met zo veel onzekerheden past veel nuance bij de koppen in de media. De geplande uitbreiding van de infrastructuur zou ik vooralsnog niet uitstellen. Het rapport geeft daarvoor in elk geval geen directe aanleiding.

Walther Ploos van Amstel.

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW