Waarom ‘white label’ hubs de stadslogistiek niet gaan redden

Met de komst van zero-emissiezones komt het concept van white label stadshubs weer in beeld: neutrale overslagpunten waar goederen gebundeld worden voor emissievrije stadsdistributie. Hoewel het in theorie veel voordelen biedt, zoals minder voertuigen in de stad, lagere kosten en schonere lucht, blijkt de praktijk weerbarstig. Hans Quak scrhijft erover op Logistiek.nl. Hij stelt dat de white label hub geen universele oplossing is voor stadslogistiek.

De hubs leveren vaak weinig toegevoegde waarde op voor bestaande logistieke partijen die al over efficiënte distributienetwerken, ook richting de binnensteden, beschikken. De snelle ontwikkeling van betaalbare en betrouwbare elektrische voertuigen maakt de noodzaak van gedeelde hubs bovendien minder urgent. Het bundelen van goederen van verschillende vervoerders is complex, kostbaar en vraagt het veel ruimte nabij steden en doe je eigenlijk alleen maar als dat weerwaarde oplevert; zoals bij evenementlocaties (RAI, Jaarbeurs) en bouwlogistiek. De dienstverleners werken al vanuit 300 eigen hubs in Nederland, elk met hun eigen kenmerken en doelgroepen en bundelen al voor verschillende klanten.

Hans Quak: “Daar komt bij dat het opzetten en onderhouden van een hub kost geld, en de vraag is wie deze kosten gaat dragen. In een markt waar marges al dun zijn, is het lastig om partijen te overtuigen om te investeren in een gedeelde infrastructuur. Bovendien moeten de kostenbesparingen die een hub zou moeten opleveren, opwegen tegen de extra kosten van het gebruik ervan. In de huidige praktijk blijkt dit vaak niet het geval”.

Hubs opgezet door vastgoedontwikkelaars weten eveneens moeilijk gebruikers te trekken, omdat de toegevoegde diensten in de praktijk weinig aantrekkelijk zijn. In tegenstelling tot de white label hubs blijken gespecialiseerde, eigen hubs van logistieke dienstverleners of ontvangers zoals bouwhubs juist wel economisch haalbaar en effectief. Een economische haalbaarheid die nog zou kunnen verbeteren als de logistieke dienstverleners meer zouden samenwerken. Gelukkig gebeurt dat steeds vaker. Er is behoefte aan diverse, doelgroepgerichte oplossingen die wél echt waarde toevoegen.

In gesprekken met bestuurders en beleidsmedewerkers van gemeenten in Nederland wijst TLN al langere tijd op het beter benutten van bestaande logistieke hubs omdat dit bijdraagt aan het verminderen van goederenstromen naar de binnenstad. Dat zegt Anne-Marie Nelck, clustermanager Distributie bij TLN, in een reactie.

‘Met het toenemend aantal inwoners, nemen ook de goederenstromen naar de binnensteden toe. Dat maakt verdere bundeling van deze stromen en daarmee het verminderen van voertuigbewegingen een belangrijke voorwaarde om de steden leefbaar te houden. Ook voor het businessmodel van de beroepsgoederenvervoerders is bundeling van goederen een voorwaarde. Dat de ‘eigen hubs’ hiervoor meer ruimte nodig gaan hebben is, met de toename van het goederenvolume, een gegeven en staat ook terecht als een van de conclusies in de genoemde publicatie. Vanuit TLN kijken we niet zozeer naar hubs aan de rand van een stad, als daar al ruimte beschikbaar is dan zal hier met name stadsuitbreiding in de vorm van woningbouw gaan plaatsvinden. Daarom zijn vooral de centraal gelegen ‘eigen hubs’ van belang voor gebundelde en duurzame bevoorrading van de binnensteden’, vult Nelck aan.

Lees de uitstekende VLW paper over de toekomst van stadshubs hier; hoewel hubs potentieel hebben om stedelijke logistiek te verbeteren, zijn er nog veel uitdagingen.

Bron: Logistiek.nl

Lees ook: Waar blijven de stadshubs?

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW