Amsterdam wil in 2050 klimaatbestendig zijn. Een noodzakelijke en ambitieuze doelstelling, gezien de almaar toenemende risico’s van hitte, droogte, overstromingen en stormschade. Maar wie het recente rapport van de Rekenkamer Amsterdam leest, vraagt zich onwillekeurig af of die ambitie nog wel serieus wordt genomen. De gemeente was ooit koploper, met het programma Amsterdam Rainproof (nu Weerproof). Tegenwoordig lijkt het elan verdwenen. Het nieuwe motto ‘gewoon goed’ straalt weinig urgentie uit. In een tijd van klimaatcrisis is ‘gewoon goed’ simpelweg niet goed genoeg.
De nadruk ligt nu op het realiseren van 7.500 woningen per jaar. Begrijpelijk – de woningnood is hoog. Maar klimaatadaptatie raakt daardoor ondergesneeuwd. Normen voor wateroverlast en overstromingsrisico’s zijn vastgelegd, maar hitte en droogte ontbreken in het beleid. En dat terwijl juist deze risico’s de komende jaren steeds voelbaarder zullen worden. De zomer van 2023 was geen uitzondering meer, maar een voorbode van wat ons te wachten staat. Wie nu bouwt zonder klimaatmaatregelen, creëert de problemen van morgen.
Opvallend is wat ontbreekt: aandacht voor de Amsterdamse bedrijventerreinen. Terwijl daar de kwetsbaarheid misschien wel het grootst is. Veel terreinen zijn versteend, kennen weinig groen of schaduw, en hebben verouderde riolering en infrastructuur. De risico’s zijn legio: hittestress, wateroverlast, energie-uitval, logistieke verstoringen. Maar in het gemeentelijk beleid komen ze nauwelijks aan bod. Bedrijven zitten in de dode hoek van de klimaatstrategie.
En dat is zorgwekkend. Want juist bedrijven zijn essentieel voor de crisisbestendigheid van een stad. Ze kunnen tijdens rampen fungeren als distributiepunten, opslaglocaties, schakel in de voedselvoorziening of tijdelijke opvanglocatie. Zonder hen staat de stad stil. Het is daarom hoog tijd dat Amsterdam samen met de veiligheidsregio gaat kijken naar de rol van bedrijventerreinen bij grote verstoringen. Niet pas als het misgaat, maar nu.
Bedrijven kunnen zelf ook veel doen. Klimaatrisicoanalyse is sinds kort verplicht onder de Europese CSRD-richtlijn. Die analyse kijkt naar fysieke risico’s zoals overstroming en hitte, maar ook naar transitierisico’s: veranderende wetgeving, klanteneisen of energieprijzen. Toch blijft dit voor veel ondernemers abstract. Zonder duidelijk gemeentelijk beleid en begeleiding is de kans groot dat het bij goede bedoelingen blijft.
Parkmanagementorganisaties, ondernemersverenigingen en Bedrijven Investeringszones (BIZ) kunnen hier een voortrekkersrol spelen. Niet alleen door te wijzen op risico’s, maar vooral door praktische oplossingen te organiseren. Denk aan gedeelde hitteprotocollen, wateropvang, noodstroomvoorzieningen, energieneutrale renovaties, en gezamenlijke evacuatieplannen. Slimme samenwerking tussen bedrijven en de gemeenten kan het verschil maken tussen stilstand en veerkracht.
Voor ondernemers die in 2025 echt aan de slag willen: begin klein, maar concreet. Breng je kwetsbare processen in kaart. Stel je kritieke leveranciers vragen over hun paraatheid. Ga in gesprek met je buren over gedeelde voorzieningen. Of zoals ze in het leger zeggen: failing to plan is planning to fail.
Amsterdam kan zich geen zwakke schakels permitteren in haar klimaatbestendigheid. Dat geldt voor woningen, infrastructuur én economie. Laten we de bedrijven eindelijk serieus nemen. Klimaatbestendig bouwen stopt niet bij de voordeur van een wooncomplex, maar begint op het bedrijventerrein om de hoek.
Walther Ploos van Amstel
lector City Logistiek aan de Hogeschool van Amsterdam