Tweede Kamer verkiezingen: wat doen de grote partijen voor de logistieke sector?

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 mogen we weer naar de stembus. Inmiddels zijn de verkiezingsprogramma’s gepubliceerd. Hoe kijken de partijen aan tegen de logistieke sector? Is er straks überhaupt nog wat te vervoeren? Blijven we een Europese mainport? Komt er meer geld voor infrastructuur? Of, mag de logistieke sector straks alleen nog op de vrachtfiets de stad in?

Het was even zoeken in de verkiezingsprogramma’s. Sommige partijen hebben geen enkele visie op XXL distributiecentra, het belang van transport voor de economie en niemand noemt stadslogistiek. CDA, D66 en VVD presenteerden in hun programma’s de standpunten.

Het verkiezingsprogramma’s van PvdA besteedt nauwelijks aandacht aan de logistiek sector en Nederland als distributieland behalve de opmerking dat ze  in navolging van Duitsland het vrachtverkeer zwaarder gaan belasten. Bij de PvdA begrijpen ze niet dat zonder transport alles stil staat. GroenLinks kiest resoluut voor een duurzame toekomst waarin de mainport rol verdwijnt. De PVV benoemt nauwelijks het belang van handel en logistiek voor een welvarend Nederland.

Wat de meeste verkiezingsprogramma’s (met uitzondering van D66) gemeen hebben is dat een (omgevings)visie op de ruimte die de logistieke sector internationaal, nationaal en stedelijk nodig heeft ontbreekt.

VVD erkent belang logistieke sector voor Nederland

Nederland heeft een unieke positie in Europa met een uitstekende infrastructuur die via de lucht, het water en het spoor goed op het mondiale handelsverkeer en goederenstromen is aangesloten. Transport en logistiek is daarmee uitgegroeid tot een belangrijke sector voor Nederland en de Nederlandse economie.

De VVD komt naast met plannen voor meer infrastructuur en een betere doorstroming met ITS (data over vervoerstromen delen met private partijen stimuleert innovatie) met plannen voor verduurzaming. De VVD pleit voor aanscherping van de (Europese) normen voor de uitstoot van CO2 (g/km) door vrachtwagens en bestelauto’s. Dit dwingt fabrikanten te investeren in schonere motoren.

Andere voorstellen van de VVD zijn: de uitvoering van het strategisch plan verkeersveiligheid en een vignetsysteem waarmee buitenlandse chauffeurs gaan meebetalen aan de Nederlandse wegen.

Er is veel aandacht voor de binnenvaart met investeren in walstroomvoorzieningen in Nederlandse zeehavens om de uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen te verminderen op het moment dat schepen aangemeerd liggen. Er komen subsidieregelingen voor schonere motoren voor de binnenvaart. Duurzame binnenvaartschepen behouden het recht op korting voor havengelden. Varend ontgassen door binnenvaarttankschepen wordt verboden. Ook wil VVD investeren in Clean Energy Hubs voor de binnenvaart. Hier kunnen binnenvaartschepen alternatieve energiebronnen zoals waterstof bunkeren en batterijen opladen.

VVD wil behoud van de grote economische waarde van de Nederlandse havens. Uitdagingen als cyber-security, digitalisering en verduurzaming vragen om intensivering van samenwerking tussen de verschillende havens.

Er zijn zorgen over de big-tech bedrijven en de wegwerpbanen die het resultaat zijn van platformisering. Nederland kan niet zonder haar ondernemers, groot en klein, en bedrijven hebben behoefte aan een gezond ondernemingsklimaat. Dat kan alleen bestaan wanneer de overheid als marktmeester optreedt tegen uitwassen.

D66 pakt verdozing aan

Distributiecentra schieten als paddenstoelen uit de grond; het landschap ‘verdoost’. Ondertussen staan oude bedrijventerreinen vaak leeg. Politiek ingrijpen is nodig om bedrijven te clusteren en open ruimte te beschermen. Bovendien versterken bedrijven elkaar in een netwerk. D66 wil nationale regie om open ruimte in het Nederlandse landschap te behouden. Samen met provincies willen ze ‘bedrijfshallen’ allereerst clusteren op bestaande bedrijventerreinen. Voor het groeiende aantal distributiecentra worden enkele nieuwe clusters aangewezen bij knooppunten van goederenverkeer

De vrachtwagenheffing blijft zeker tot 2030 gelden, in de plannen van D66. De opbrengsten worden teruggesluisd naar schone innovatie in de Nederlandse transportsector. Voor zware transportmiddelen als vliegtuigen, schepen, vrachtwagens en landbouwmachines komt een verplichting om schone brandstoffen bij te mengen, zoals synthetische kerosine, groene methanol en bio-LNG.

D66 ziet de havens van Rotterdam, Amsterdam, Zeeland, Noord-Holland en Groningen zijn van grote waarde voor de economie. De scheepvaart groeit enorm en daarmee de uitstoot. Om een verdienmodel voor de toekomst te scheppen zijn investeringen in verduurzaming nodig en pleit D66 voor een wereldwijde minimum accijns op brandstoffen voor scheep- en luchtvaart. Om Nederland bereikbaar te houden, moet goederenvervoer meer over het water en het spoor plaatsvinden.

D66 zet in op milieuzones voor personen- en bestelauto’s in minimaal 45 steden in 2025. Bezorgscooters en bezorgauto’s moeten vanaf 2025 zonder uitstoot rijden.

CDA kiest voor lokale maakindustrie

In een weerbare economie zijn bedrijven beter voorbereid op de volgende crisis. CDA kiest voor het beperken van de schulden en bouwen aan nieuwe buffers. CDA wil investeren in duurzaamheid en schone energie. Ze beschermen cruciale sectoren en waar nodig halen we de productie en de maakindustrie terug om minder afhankelijk te zijn van internationale ketens. CDA pleit voor een Made in Europe-strategie om de levering van vitale producten en diensten in de maakindustrie, zorg, agrifood en (defensie) technologie veilig te stellen.

Waar nodig halen we de productie en maakindustrie terug om onze strategische autonomie te vergroten en de afhankelijkheid van derde landen te beperken. Om te voorkomen dat vitale sectoren en diensten als havens, landbouwgrond of de productie van medicijnen in buitenlandse handen vallen, ontwikkelen we in Europees verband ook een Protected by Europe-strategie. De strategie ziet er op toe dat we voor vitale technologieën, energie en grondstoffen niet te afhankelijk worden van andere landen.

Goede wegverbindingen zijn van groot belang voor de economie. Landelijk en regionaal pakt CDA knelpunten aan en zetten ze in op innovatieve oplossingen om de doorstroming te vergroten en files tegen te gaan.

De binnenvaart is belangrijk voor de transport en de economie. CDA wil een transparantere marktordening met meer onderhandelingskracht voor de schipper en hogere tarieven die meer in verhouding staan tot de investeringen die schippers doen. Ook van de binnenvaart vragen CDA een bijdrage aan het terugdringen van de stikstofuitstoot.

Een eerlijk speelveld vraagt ook om Europese afspraken over gelijke beprijzing van de CO2-uitstoot door bedrijven en gelijke tarieven voor een vliegbelasting. Zodra Europa haar reductiedoelstelling verhoogt naar 55%, kan Nederland de CO2-heffing schrappen. Ook moeten er in Europa afspraken komen  over de verdere verduurzaming van de luchtvaart en de scheepvaart, bijvoorbeeld over het gebruik van walstroom tijdens het verblijf in havens.

GroenLinks: stop de mainportstrategie

GroenLinks kiest voor groene industriepolitiek en stapt af van de mainportstrategie die vooral is gericht op fossiele (lucht-)havens. Ze herwaarderen de maakindustrie in Nederland en Europa, waardoor we producten niet meer de hele wereld over hoeven te slepen en in een crisis minder afhankelijk zijn van het buitenland. Producten met een groot publiek belang, zoals vaccins, medicijnen en mondkapjes, maken we in Nederland of Europa zelf.

De centrale overheid werkt samen met gemeenten aan grotere en strenge milieuzones en verbieden binnen tien jaar de verkoop van nieuwe voertuigen op fossiele brandstof. GroenLinks wil een landelijk dekkend netwerk van laadpalen en snellaadstations voor elektrische (vracht)voertuigen en samen met de scheepvaart investeren in walstroom en het stimuleren elektrische binnenvaart. De zeevaart moet gaan voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs.

Vliegtuigen, schepen, vrachtwagens en landbouwmachines worden verplicth om schone brandstoffen bij te mengen, zoals synthetische kerosine, groene methanol en bio-LNG.

GroenLinks wil Nederland koploper maken in groene waterstof. Groene waterstof is een vorm van schone energie voor zaken die moeilijk op elektriciteit kunnen draaien, zoals de industrie en lang en zwaar transport.

Met onze infrastructuur, havens, industrie en technologische kennis heeft Nederland de kans om Europese koploper te worden in de circulaire economie. Daar horen ambitieuze doelen bij: de overheid koopt in 2030 volledig circulair in en Nederlandse bedrijven en buitenlandse bedrijven die hun producten hier verkopen, gebruiken in 2030 de helft minder grondstoffen en zijn uiterlijk in 2050 circulair.

Om de circulaire economie te stimuleren verhoogt GroenLinks de afvalstoffenbelasting voor het storten en verbranden van afval. Fabrikanten gaan een grondstoffenbelasting betalen en worden verplicht een oplopend percentage gerecyclede materialen te gebruiken. Het wordt eenvoudiger om afval op een veilige manier weer te gebruiken als grondstof.

Goede bereikbaarheid met de fiets en het openbaar vervoer staan bovenaan. In en rond grotere steden zet GroenLinks in op meer ruimte voor de fiets, beter openbaar vervoer en autoluwe stadscentra. Er komt geen nieuwe infrastructuur als snelwegen.

ChristenUnie: klimaatneutraal goederenvervoer

De ChristenUnie stelt dat er in steden nog maar beperkt ruimte voor meer auto’s. Daarnaast vragen de stikstofproblematiek en de noodzakelijke verschuiving naar duurzame mobiliteitsvormen om minder autoverkeer. Nu de maximumsnelheid is verlaagd en de coronacrisis heeft laten zien dat meer thuiswerken en meer gespreid reizen echt kan, stoppen ze met het aanleggen dan wel verbreden van snelwegen.

De kilometerheffing voor vrachtwagens gaat vanaf 2023 niet alleen gelden op snelwegen en provinciale wegen, maar op alle wegen. Ze streven ernaar dat halverwege deze eeuw alle vormen van goederenvervoer klimaatneutraal en zeroemissie zijn. ChristenUnie stimuleert de productie van groene waterstof (eventueel gekoppeld aan wind op zee), met het oog op vrachtververvoer, inclusief zwaar wegtransport. De ruimte voor nachtvluchten op Schiphol wordt beperkt. Ook voor het goederentransport zet ChristenUnie vol in op verduurzaming door te investeren in vervoer over water en spoor.

De toegevoegde waarde van internationale knooppunten als Schiphol en Rotterdam is en blijft groot, maar de negatieve impact op lokaal niveau is ook enorm en neemt toe. Het (economisch) herstel na de coronacrisis vraagt duidelijke, geborgde normen rond hinder en milieu. Verdere groei van Schiphol past daar niet in bij de ChristenUnie. In plaats van in te zetten op verdere groei van intercontinentale logistiek met alsmaar meer containers, wordt de Rotterdamse haven een logistiek knooppunt van een meer op Europese schaal vormgegeven circulaire economie en duurzame maakindustrie.

Een beter klimaat? Natuurlijk ook!

Stof tot nadenken… stem straks met verstand! De totale kosten van alle klimaatplannen voor de burgers en en bedrijven variëren tussen de 5 miljard bij de maatregelen van SP, CDA en PvdA tot 9 miljard euro per jaar bij GroenLinks (alhoewel het erop lijkt dat GroenLinks wat cijfers vergeten was). De kosten van de mobiliteitsmaatregelen zijn tussen 0,9 en 2,1 miljard euro per jaar. Dat is een betaalbaar perspectief, toch?

Laten we die rekening nu betalen en, niet zoals SP en D66 voorstellen, doorschuiven naar toekomstige generaties. De PvdA, GroenLinks, 50PLUS, DENK en het CDA doen dit in mindere mate. Laten we vooral ook niet de rekening doorschuiven naar ondernemers die zorgen voor een duurzame toekomst en werkgelegenheid. We hebben meer maakbanen nodig; niet nog meer opmaakbanen.

 

Walther Ploos van Amstel

 

Update: 10 november met standpunten D66

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW