Uitstootvrij: aandacht gaat van luchtkwaliteit naar bodem- en waterkwaliteit?

Ruim 5 procent van de Europeanen overlijdt vroegtijdig vanwege een onvoldoende luchtkwaliteit; slechte lucht is ongezond. Het EU Milieuagentschap presenteerde nieuwe cijfers over luchtkwaliteit. In 2020, werd 96% van de Europese bevolking blootgesteld aan meer fijnstof (PM2.5) dan de wereldgezondheidsorganisatie gezond vindt. Ook NOx en Ozon geven gezondheidsproblemen.

De aandacht bij minder uitstoot verschuift van luchtkwaliteit en gezondheid naar bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit. Ook komt er meer aandacht voor andere bronnen van luchtverontreiniging dan verkeer, zoals huishoudens met gas- of houtkachels.

Het gaat beter

Tussen 2005 en 2020 is het aantal vroegtijdige sterfgevallen door blootstelling aan PM2,5 in de EU met 45% gedaald. Als deze trend aanhoudt, wordt verwacht dat de EU de doelstelling van het actieplan Zero Pollution, namelijk een vermindering van het aantal vroegtijdige sterfgevallen met 55% in 2030, zal halen.

Water- en bodemkwaliteit

Water- en bodemkwaliteit (en daarmee biodiversiteit) komen hoger op de agenda bij de aanpak van luchtvervuiling. Luchtverontreiniging schaadt ook ecosystemen op het land en in het water.

In Nederland speelt water- en bodemkwaliteit (en daarmee biodiversiteit) een belangrijke rol bij de aanpak van uitstoot. De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland moet aan bepaalde milieukwaliteitsnormen voldoen. Die zijn vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW stelt kaders waaraan het oppervlaktewater in Europa in 2027 moet voldoen. Het stikstofdossier is lang en breed bekend bij iedereen.

In 2020 werden schadelijke niveaus van stikstofdepositie waargenomen in 75% van het totale ecosysteemgebied van de EU. Dit is een vermindering met 12% sinds 2005. Het doel van het EU-actieplan voor nulverontreiniging is een vermindering met 25% in 2030.

De eisen die gesteld worden met de nieuwe Euro7 norm voor voertuigen lopen hierop vooruit door fijnstof bij bandenslijtage ook aan te pakken.

Meer dan verkeer alleen

De belangrijkste bron van fijnstof in Europa is de verbranding van brandstoffen in de residentiële, commerciële en institutionele sector. Deze emissies houden vooral verband met de verbranding van vaste brandstoffen voor de verwarming van gebouwen. In 2020 was deze sector verantwoordelijk voor 44% van de PM10- en 58% van de PM2,5-emissies. Andere belangrijke bronnen van fijnstof zijn de industrie, het wegvervoer en de landbouw.

De landbouw was verantwoordelijk voor het overgrote deel (94%) van de ammoniakemissies en meer dan de helft (56%) van de methaanemissies. Voor stikstof waren de belangrijkste bronnen het wegvervoer (37%), de landbouw (19%) en de industrie (15%).

Bron: EAA

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW